<<Terug naar Dossiers


Bij decentralisatie worden geen landelijke restricties opgelegd bij de uitvoering. Als de landelijke overheid verantwoordelijkheden wil overdragen, moet dat ook in vertrouwen gebeuren, met normale controles voor goede uitvoering achteraf, niet beperkt door een scala van regels en toezicht waardoor de lokale beleidsvrijheid toch weer wordt ingeperkt.

 

De OP-fractie heeft in februari 2014 al aangegeven geen voorstander te zijn van delegatie van beleid dat in het kader van de Rijksdecentralisaties naar de gemeenten wordt overgeheveld en dat met ingang van volgend jaar onder de operationele verantwoordelijkheid van de gemeente komt te vallen. Met het mandateren van de jeugdteams aan de SO (service organisatie) geeft ons college de SO ook het mandaat om de formele besluiten te nemen die in de Jeugdwet aan ons college zijn toebedeeld. Het betreft:

a)      Het toekennen van individuele (niet vrij toegankelijke) zorg;

b)      Het toekennen of afwijzen van een PGB;

c)       Advisering in het kader van beroep en bezwaar.

Deze keus sluit aan bij de kaders die de Raad eerder heeft vastgesteld en waarin is aangegeven dat het beoordelen en toekennen van zorg door zorgprofessionals (in het veld) moet plaatsvinden. De SO zal dan ook geen nadere toetsing uitvoeren wanneer bijvoorbeeld het jeugdteam een bepaalde zorgvorm toekent of afwijst.

Om de eerder genoemde reden kan de OP-fractie hier niet mee instemmen.

 

Beleidsrijk Regionale Transitie Arrangement Jeugdhulp ZHZ

Op 11 september 2014 heeft de Minister per brief laten weten dat het kabinet heeft besloten de middelen per 2015 via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds aan gemeenten te verstrekken. Het aanvankelijk plan om een sociaal deelfonds op te richten is van de baan. Dit zou betekenen dat gemeenten meer flexibiliteit krijgen om in de periode 2015-2018 te schuiven met potjes geld, wel blijft er monitor van toepassing.

 

De OP-fractie staat kritisch ten opzichte van het van de gemeenteraad af organiseren van belangrijke beleidsvelden zoals het sociaal domein. Wij zien liever dat beleid zo dicht mogelijk bij ons in Papendrecht blijft, vorm gegeven wordt, zodat de verantwoording daarover dichterbij komt en binnen handbereik blijft van de gemeenteraad. Nu, in de voorliggende voorstellen, wordt het beleid over een groter samenwerkingsverband uitgesmeerd, waarvan nog maar moet blijken of het efficiënter uitpakt en of deskundigheid zal zijn geborgd.

 

De OP-fractie is kritisch over de meegegeven kaders in februari van dit jaar. Wij zien geen brood in delegatie (= het weggeven van verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan andere organen). In sommige gevallen zal mandaat ook nog te ver gaan.

 

In het voorliggende Beleidsrijk Regionale Transitie Arrangement (BRTA) wordt aangegeven dat om de financiële risico’s af te dekken een risicoreservering van € 6,3 miljoen (regionaal) nodig is. Het Papendrechtse aandeel hierin is begroot op € 368.944,-. Dit bedrag is nog niet in de begroting opgenomen en hiervoor wordt ook geen (aanvullende) Rijksbekostiging ontvangen. De OP-fractie vindt het te ver gaan nu reeds hiermee in te stemmen, aangezien het budgetrecht bij de Raad thuishoort. Zomaar instemmen met een niet in de begroting opgenomen uitgavepost van bijna 370 duizend euro dient op een later moment nog eens goed onderbouwd terug te komen.

De OP-fractie zal derhalve niet met het BRTA, althans op dit moment, kunnen instemmen.

 

Budgetgarantie bureau Jeugdzorg

Aan de orde is een voorstel tot het instemmen met een budgetgarantie voor 2015 aan Bureau Jeugdzorg voor maximaal 90% op de functie Toegang en 94% op de functies Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.

Gelet op het standpunt van de OP-fractie dat Rijksbeleid dat doorgeschoven wordt naar de gemeenten in prinicpe een-op-een dient te geschieden, dus zonder bezuinigingen, geven wij allereerst aan dat een bezuiniging op het Jeugddossier ons in principe niet als wenselijk voorkomt. De volgorde zou wat ons betreft dienen te worden omgedraaid. Niet de vraag of er bezuinigd moet worden zou als eerste dienen te worden gesteld, maar de vraag: wat heeft onze Jeugd nodig? Wat we nu aan ons voorbij zien rollen is een decentralisatie van Rijk naar gemeente waarbij het Rijk al vantevoren een flink percentage als ombuiging dan wel bezuiniging inboekt. De problemen zijn voor de gemeente, die hetzelfde zorgniveau wil aanbieden maar het met minder middelen zal moeten doen.

Het is de vraag of je dan met garanties van budgetten een verstandige stap zet. Immers, hiervoor hebben wij al aangehaald dat juist de Minister recent de plannen losgelaten heeft tot achter de komma te willen bepalen waar de gemeenten de budgetten die ter beschikking worden gesteld aan dienen te spenderen. Gaan we ons nu als Raad dan vastleggen op percentages en garanties die bovendien niet door ons maar door anderen buiten de gemeenteraad om zijn bedacht? Dat lijkt ons een vorm van ‘het paard achter de wagen spannen’.

De OP-fractie zal derhalve geen instemming aan dit besluit verlenen.

 

Beleidsplan Wmo 2015-2018

Het algemene standpunt van de OP-fractie inzake Decentralisatie van beleid (van het Rijk naar de Gemeente) is als volgt. Bij decentralisatie worden geen landelijke restricties opgelegd bij de uitvoering. Als de landelijke overheid verantwoordelijkheden wil overdragen, moet dat ook in vertrouwen gebeuren, met normale controles voor goede uitvoering achteraf, niet beperkt door een scala van regels en toezicht waardoor de lokale beleidsvrijheid toch weer wordt ingeperkt.

Wij herkennen als OP-fractie wat de WMO adviesraad stelt: er wordt teveel uitgaan van eigen kracht en netwerk van juist die mensen in de omgeving die het zo nodig hebben. Daarvoor zijn veel mantelzorgers en vrijwilligers nodig. Aantallen staan niet in het stuk, de ondersteuning wordt voor een deel weggehaald, terwijl die vrijwilligers er op dit moment in ieder geval nog niet zijn om dat gat op te vullen. Mantelzorgers zijn al zwaar belast en worden nog zwaarder belast. Een gezellig middagje om de mantelzorgers in het zonnetje te zetten (en dan nog alleen een select gezelschap) lost dat niet op. Veel mantelzorgers zijn niet in beeld bij de hulpverlening en tobben voort. Er wordt gesuggereerd dat bijv. MEE voor ondersteuning zorgt. Uit eigen onderzoek weten we dat dat niets voorstelt.

 

Maar een groter bezwaar heeft de OP-fractie en dat is gelegen in het feit dat er van een goede controle en dualistische wisselwerking tussen Raad en College op dit moment niets terecht komt. Alle plannen rondom de decentralisaties bevinden zich in ontwikkeling en systeemdenken is alom tegenwoordig. De Raad hobbelt overal achteraan, de kaders verschuiven telkens weer. Ook al omdat het Rijk schuift. Als voorbeeld verwijzen wij naar het recent genomen besluit van het kabinet het sociaal deelfonds niet in te stellen. Wat overigens op zich niet verkeerd hoeft uit te pakken.

 

De OP-fractie staat kritisch ten opzichte van het van de gemeenteraad af organiseren van belangrijke beleidsvelden zoals het sociaal domein. Wij zien liever dat beleid zo dicht mogelijk bij ons in Papendrecht blijft, vorm gegeven wordt, zodat de verantwoording daarover dichterbij komt en binnen handbereik blijft van de gemeenteraad. Nu, in de voorliggende voorstellen, wordt het beleid over een groter samenwerkingsverband uitgesmeerd, waarvan nog maar moet blijken of het efficiënter uitpakt en of deskundigheid zal zijn geborgd. De OP-fractie is kritisch over de meegegeven kaders in februari van dit jaar. Wij zien geen brood in delegatie.

 

Zijn alle privacy-lekken gedicht

De OP-fractie maakt zich ook ernstige zorgen over de privacy van de cliënten die aan de toekomstige gemeentelijke zorg worden overgelaten. Zijn alle privacy-lekken al gedicht?

In het WMO beleidsplan komt het woordje “privacy” slechts 1x voor en dan ook nog in een zinsnede die als zeer wollig gekwalificeerd kan worden (op pagina 32). (…)Elke ondersteuningsaanbieder betrekt cliënt en mantelzorger(s) bij de zorg, waarbij er voldoende oog is voor de privacy van de cliënt.(…)

Bestaat er een zogenaamd privacyprotocol?

De hulpverleners die in een wijkteam samenwerken, mogen niet zomaar patiëntgegevens met elkaar bespreken. Binnen een team moet zorgvuldig omgegaan worden met de privacy van mensen. Dat is niet alleen een wettelijke plicht, het zal ook het vertrouwen in de hulpverlening ten goede komen. Voor hulpverleners in de wijkteams dient daarom één privacyprotocol of privacyreglement te worden opgesteld. Hierin staan regels hoe de hulpverleners onderling met het delen van informatie omgaan. Het werken zonder of juist met verschillende privacyprotocollen met verschillende regels levert grote privacyrisico’s op. Vragen:

- Erkent het college het belang van een goed privacyprotocol? Zo nee, hoe denkt het college de zorgvuldige omgang met (medische) persoonsgegevens in wijkteams te garanderen? Zo ja, is het privacyprotocol al opgesteld? Zo nee, waarom niet en wanneer gaat dit gebeuren? Zo ja, is het mogelijk dat het college deze zo spoedig mogelijk naar de raad stuurt?

 

Op deze vragen willen wij graag antwoord van het College.

Privacy voor cliënten is niet geregeld
Bij decentralisaties sociaal domein Jeugdhulp ZHZ en GR Drechtsteden
Privacy voor cliënten is niet geregeld
0023 Persbericht OP inzake WMO Drechtste
Adobe Acrobat document 154.3 KB
Ingediende motie inzake het privacy protocol
Deze motie werd ingediend op 7 oktober 2014 tijdens de Drechtraad en leidde na een debat tot een toezegging van de portefeuillehouder dat er een voorstel voor ontwerp van een privacy protocol zal liggen voor 1 december 2014.
motie Drechtraad 07 oktober 2014 inz.pdf
Adobe Acrobat document 92.3 KB