Tijdens de beeldvormende vergadering van 9 januari 2025 heeft de heer van Hal een presentatie verzorgd over duurzame schoolgebouwen in Papendrecht. De opgave, in 2050 zijn alle schoolgebouwen duurzaam volgens de definitie, wordt niet gehaald. Het tempo moet meer dan verdubbeld worden. De kwaliteit en beheer van de nieuwe schoolgebouwen moet gecontroleerd beter en er moet grip komen op de stichtings- en exploitatiekosten. Het systeem is complex door de vele factoren en actoren met een onderlinge instabiele relatie. Er is sprake van het falen van een maatschappelijk systeem (onderwijshuisvesting) wat niet door beleid of de markt kan worden opgelost. De markt en meer geld lossen dit probleem niet op.
In Papendrecht zou nu bouwen neerkomen op onvoorspelbaarheid qua kosten en kwaliteit. Meer geld is geen garantie voor een goed gebouw. Verstandig is het om tijd te kopen voor het leren van de ervaringen (en van de fouten) van anderen, de ontwikkeling van techniek (goedkoper) en netcongestie zijn reële problemen. Twintig jaar levensduur verlengend renoveren, en alleen nieuwbouwen indien noodzakelijk, is het parool. Nu niet overgaan tot aanschaf van nieuwe types van duurzame installaties die behalve heel duur in aanschaf zijn vaak ook nog niet bediend kunnen worden door goed opgeleid technisch personeel. Eerst de samenwerking opzoeken met andere gemeenten in de regio. In de regio Rijnmond gaat het om 148 schoolgebouwen en in de regio Drechtsteden om 81 schoolgebouwen. Actief betrokken zijn bij de pilots van landelijke partijen is dan ook een dringend advies.
U kunt de presentatie van de heer van Hal hieronder bekijken.
Bouwplannen Voortgezet Onderwijs scholen
De fractie van Onafhankelijk Papendrecht is voorstander van goed voortgezet onderwijs in de gemeente. Om goed onderwijs te kunnen geven is het van belang dat de kwaliteit van de gebouwen, waarin het onderwijs gegeven wordt, op orde is. In een artikel in een recente editie van Binnenlands Bestuur kwam de zogenaamde 'Wet van Fitzgerald' aan de orde. Deze wet behandelt het fenomeen dat bestuurders soms niet willen weten hoe het precies zit met het geld dat benodigd is, omdat ze andere belangen en doelen hebben. Geld komt dan op de tweede plaats. De Wet van Fitzgerald gaat dan op en deze behelst dat elk project twee fasen kent.
1) In de eerste fase is het te vroeg om te zeggen wat een project precies gaat kosten en 2) in de tweede fase is het te laat om er nog wat aan te doen. En een wethouder denkt: voordat die tweede fase aanbreekt, ben ik allang weg...
Bijlage 4: specificatie van de “overige” projecten en de daarbij behorende investeringsbedragen die, naast de investeringen in de nieuwbouw van de VO-scholen, in de berekeningen zijn betrokken.
Wij besteden de middelen liever aan goede voorzieningen, jongerenactiviteiten, scholen, cultuur en sport. Adviseurs en dat soort functies zijn op zich al duur en er komen vaak extra taken bij. Keuzes moeten nou eenmaal worden gemaakt, want we kunnen het gemeenschapsgeld maar één keer uitgeven.
We willen voorkomen dat de onroerende zaakbelasting (OZB) weer omhoog gaat. Vergeet niet dat de Papendrechtse inwoner vanaf 2022 al een structurele extra verhoging van de OZB van 15% voor de kiezen kreeg (Kaderbrief 2022, 8 juli 2021). Het college zal in beeld moeten brengen welke maatregelen genomen kunnen worden om de financiële positie naar de toekomst toe op orde te houden.
Omdat de huidige economische situatie voor veel inwoners al uitdagend genoeg is, past een extra verhoging van de OZB daar niet bij. Het is dus zaak om bij het opstellen van ombuigingsvoorstellen zeer terughoudend te zijn met keuzes die tot lastverzwaring voor onze inwoners leiden. Samen met de PvdA en D66 dienen we een motie[iii] in: de motie geen verhoging van de Onroerende Zaak Belasting.
Bij de commissievergadering over de Perspectiefnota hebben wij de vraag gesteld hoeveel euro de gemeente (nog) kan lenen? Volgens ons zit er een grens aan de leencapaciteit. Het antwoord van het College luidde: “Wanneer een gemeente de kosten van de geldlening structureel kan dekken, zal er geen beperking op de leencapaciteit zijn.”
Als we kijken naar het lijstje toekomstige investeringen[iv] als vermeld in de Perspectiefnota dan komen wij uit op ruim € 218 miljoen euro. Waar ligt de grens aan de leencapaciteit van de gemeente? En wat gaat er gebeuren als de gemeente over twee jaar in de rode cijfers duikt? Is er dan nog steeds voldoende leencapaciteit om de kosten van de geldleningen structureel te dekken? Of moet er een prioritering bij het lijstje toekomstige investeringen worden aangebracht?
Nieuw indeling programmabegroting 2026
Naar aanleiding van de aan de raad gepresenteerde stukken zullen volgens ons meer zogenaamde ´schuifmogelijkheden´ ontstaan voor het College om doelstellingen te behalen. Men is dan weliswaar transparant, maar meer schuifmogelijkheden betekent ook minder invloed voor de gemeenteraad. Wij vermoeden dat het budgetrecht van de raad ‘op een nog groter afstand’ komt. De raad voteert budgetten (keurt budgetten goed) en alsdan op een hoger abstractieniveau.
Stel dat de raad nu bij 10 taakvelden/categorieën per veld het budget moet goedkeuren op een half miljoen euro, dan zal de raad bij 5 taakvelden/categorieën moeten gaan goedkeuren op een miljoen euro. Het College kan dan binnen die 1 miljoen euro (in dit voorbeeld) makkelijker schuiven met potjes zonder dat het de raad hierover hoeft te informeren.
De financiële verantwoording en het budgetrecht van de raad blijven gehandhaafd, alleen de schuifmogelijkheden van het College nemen toe. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat de raad op meer afstand komt en dat de raad dientengevolge (nog) minder invloed op het College heeft. De vraag is of bij het conversiemodel de bedragen erbij gezet kunnen worden, zodat we kunnen nagaan of deze verspringen en of de veronderstelde schuifmogelijkheden van het College inderdaad zullen toenemen. Graag zien wij uw beantwoording per omgaande tegemoet.