De bedoeling van het enkele jaren geleden voorliggende wetsvoorstel was het verruimen van de mogelijkheid om wethouders en gedeputeerden een ontheffing van het woonplaatsvereiste te verlenen. Wethouders zijn immers wettelijk verplicht om woonachtig te zijn in de gemeente die zij besturen. Hetzelfde geldt voor gedeputeerden in hun provincie. De gemeenteraad en Provinciale Staten zijn bevoegd om daar een uitzondering op te maken door een ontheffing te verlenen voor één jaar. Na een jaar kan deze ontheffing, slechts in bijzondere gevallen, steeds opnieuw met één jaar worden verlengd. De minister wilde er destijds voor zorgen dat deze ontheffing in principe nog slechts eenmaal per bestuursperiode hoefde te worden gegeven. Voor beroepsbestuurders kan, ongeacht in welke gemeente of provincie zij wonen, het bestuurlijke hobbelpaard van de baantjescarrousel worden beklommen.
Het wetsvoorstel van destijds was de spreekwoordelijke stijgbeugel om nog gemakkelijker in het pluchezadel te komen en te blijven. Met het wetsvoorstel werd beoogd een circuit van technocratische beroepsbestuurders in de hand te werken. Wethouders zouden op die manier steeds minder betrokken bestuurders zijn, die in de haarvaten van de lokale gemeenschap zitten. Deze ontwikkeling is strijdig met de wet en met het (herbevestigde) uitgangspunt van ingezetenschap. Bij de invoering van het dualisme en daarmee van de mogelijkheid wethouders van buiten de raad te benoemen, werd bij de Kamerbehandeling in 2001 niet voor niets een amendement aangenomen, dat toen de ontheffingsmogelijkheid beperkte tot maximaal één jaar. Het argument was dat voorkomen moest worden dat er een reizend circus van technocratische beroepswethouders zou ontstaan. In de bijlagen hieronder leest u de Handelingen van het debat in de Eerste Kamer en de Stemming in de Eerste Kamer.
Onafhankelijk Papendrecht is op grond van de wet kritisch op benoeming van wethouders ´van buiten´. Als plaatselijke politieke groepering hechten wij grote waarde aan mensen, die in de plaatselijke samenleving wortelen.
Wethouder CDA komt ´van buiten´, ging niet in Papendrecht wonen maar in Den Bommel, de gemeenteraad keurde het goed, krijgt elk jaar ontheffing om niet in Papendrecht te komen wonen, wordt nu voorzitter van CDA Zuid-Holland. Voorzichtige voorspelling: houdt het na de verkiezingen van maart 2026 in Papendrecht voor gezien. Wat vinden wij hier niet goed aan? Een wethouder 'van buiten' -- notabene voor 4 jaar -- heeft geen mandaat van de inwoners, plaatst feitelijk zijn carrière boven de wet (die zegt dat een wethouder in de gemeente dient te wonen) en heeft geen tot onvoldoende binding met de inwoners (geen worteling). Partijen die deelnemen aan het College zouden met eigen kandidaten uit Papendrecht moeten komen en anders eigenlijk niet in het College zitting moeten willen nemen. Het behoort niet om macht te gaan maar om dienstbaarheid aan de inwoners.
Columnist Kees Thies slaat de spijker op de kop!
Column door Kees Thies [15 mei 2023]
Een motie die de Papendrechtse partij OP (Onafhankelijk Papendrecht) zou indienen om de man min of meer te ‘sommeren’ alsnog naar Pape City te verkassen werd op het laatste moment ingetrokken. Dit omdat indiener Ruud Lammers (fractievoorzitter OP) wel in zag dat zijn motie door de raad in meerderheid niet gesteund zou worden.
Dat wist Lammers van te voren natuurlijk óók wel, dus eigenlijk betrof het hier vooral een robbertje symboolpolitiek, die zijn doel echter niet voorbij geschoten is, omdat – daar ben ik van overtuigd – binnen de Papendrechtse raad uiteindelijk tóch het gevoel zal blijven hangen dat Van der Borg de boel uiteindelijk tóch belazerd heeft.
Blijkbaar is het lastig zat om in een kleine gemeente een goeie wethouder te vinden, want diezelfde raad ging vervolgens wel érg makkelijk akkoord met een hernieuwde verlenging van vrijstelling (voor nóg een jaar) op die nog altijd in de wet vastgelegde verhuisplicht voor wethouders.
De wet schrijft voor dat dit alleen op grond van bijzondere omstandigheden mag, alleen wordt het beoordelen van wát dan precies ‘bijzondere omstandigheden’ zijn, in diezelfde wet overgelaten aan de betreffende gemeenteraad.
Mazzel dus voor Van der Borg dat de Papendrechtse raad er kennelijk een met slappe knietjes is. Het zou - maar dat schreef ik eerder al - Van der Borg sieren als hij nu op z’n minst zou afzien van een reiskostenvergoeding.