Papendrecht staat er financieel voorlopig nog redelijk goed voor. Het jaarrekeningresultaat bedroeg in 2022 ruim € 11.5 miljoen, ruim tweemaal zoveel dan was voorzien hoofdzakelijk vanwege de incidentele meevallers (onderbezetting ambtelijk apparaat). Het jaar 2023 laat wederom een positief jaarrekening resultaat zien, maar nu van € 5,7 miljoen. De controle op de jaarrekening is afgerond en bevindt zich in de review fase. De accountant zal nog een controle verklaring verlenen, waarna de Jaarstukken net op tijd voor 15 juli worden vastgesteld en dan kunnen worden ingestuurd aan de Provincie Zuid-Holland.
De fractie van Onafhankelijk Papendrecht gaat er van uit dat een goedkeurende accountantsverklaring op tijd zal worden afgegeven en kan haar instemming verlenen met de Jaarstukken, alsmede met
het verdelingsvoorstel van het jaarrekeningresultaat. Daarbij vinden stortingen plaats in de bestemmingsreserve kapitaallasten toekomstige investeringen, ten behoeve van onder meer de toekomstige
investeringen in de VO scholen, de multifunctionele accommodatie, het uitvoeringsprogramma mobiliteitsplan, de flexwoningen, de lange termijnvisie vluchtelingen, het huisvestingsplan primair
onderwijs (BENG), het water – en rioleringsplan, de sporthal, de herinrichting van de begraafplaats en de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed en het accommodatiebeleid als opgenomen in de
Perspectiefnota.
Perspectiefnota (PPN) – 2024-2029 –
De fractie van Onafhankelijk Papendrecht heeft technische vragen over de PPN gesteld en de antwoorden gelezen, net als de antwoorden op de vragen die door enkele andere fracties zijn gesteld. Wat
natuurlijk opvalt is dat het financiële perspectief voor de gemeente vanaf 2026 er heel veel minder rooskleurig uitziet. Het was dit jaar nog geen reden voor het College om alvast bezuinigingen
te gaan inventariseren, conform het advies van de VNG.
Op het VNG congres was het centrale thema ‘verbeelding’; er is inderdaad heel wat verbeelding nodig de komende jaren. Niet alleen om de gemeenten ook in financiële zin beter in staat te stellen
hun taken uit te voeren, vooral ook de taken in medebewind. Maar ook om, met de nodige verbeelding, ervoor te zorgen dat belangrijke voorzieningen zoals het theater, het zwembad, de
kinderboerderij, festivals, het openbaar vervoer en ga zo maar door overeind te houden.
De zorgen die bij de fractie van Onafhankelijk Papendrecht hierover leven zijn nog lang niet weggenomen, vooral omdat er geen lonkend financieel perspectief gepresenteerd kan worden voor de jaren
2026 en verder. Het perspectief dat op dit moment geschetst wordt omvat de nodige financiële donderwolken uitgerekend boven de komende bestuursperiode 2026-2030. Een belangrijke periode in
verband met de verschillende beleidstransities die in gang zijn gezet. Laten we hopen dat de lobby van de VNG hier zijn vruchten afwerpt.
Ten aanzien van twee zaken vragen wij in dit bestek nog specifieke aandacht.
1. Het eerste aandachtspunt is de noodzaak om op tijd investeringsbeslissingen te nemen over de multifunctionele accommodatie teneinde ervoor te zorgen dat het theater niet vanwege bezuinigingen
op enig later moment van de gemeentelijke kaart afglijdt. Want juist een theater zorgt, naast vertier en verstrooiing, ook voor de invulling van het begrip ‘verbeelding’, een kwaliteit die we de
komende jaren hard nodig zullen hebben. Floris Alkemade gaf er in zijn bespiegeling tijdens het VNG congres eerder deze week al lucht aan: we zullen het de komende jaren voornamelijk moeten
hebben van kunstenaars en wetenschappers die nieuwe wegen inslaan en die niet bang zijn om ons nieuwe perspectieven voor te houden. In
dit kader blijven wij toch een pleitbezorger van het neerzetten van een culturele functie op het Marktplein, denkbaar als aanvulling op de in ontwikkeling zijnde businesscase cultuur, waarbij het
kunstzinnige element een rol zou kunnen spelen.
2. Het tweede aandachtspunt noemen wij de niet noodzakelijke uitbreiding van het ambtelijk apparaat. Als het aan het College ligt komen er drie extra ‘beleidsregisseurs’ bij, te weten een
procesregisseur senioren, een beleidsregisseur sport & cultuur en een ouderenadviseur senioren. Dit vinden wij echt niet nodig, want deze functies kunnen met de bestaande formatie prima
worden ingevuld en ook omdat de gemeente in financieel perspectief de komende jaren de rode cijfers induikt.