De gemeente mag volgend jaar meer huur- en koopwoningen toewijzen aan de eigen inwoners. Er komt meer ruimte om huur- en koopwoningen toe te wijzen aan de eigen inwoners en aan mensen met een cruciaal beroep, zoals leraren, verpleegkundigen en politieagenten.
De gemeente kan nu al 50% van de beschikbare huurwoningen toewijzen op basis van economische of maatschappelijke binding. Binnen die 50% mag maximaal 25% worden toegewezen aan mensen met een lokale binding. Dat geldt ook voor koopwoningen. Als de beide Kamers instemmen met de wijziging van de Huisvestingswet, mag de gemeente straks voor de gehele 50% bepalen hoe zij deze ruimte verdelen tussen mensen met een economische, maatschappelijke of een lokale binding.
Daarnaast mogen gemeenten dan specifieke beroepen aanmerken als cruciaal, zodat zij mensen met die beroepen kunnen helpen bij het vinden van een woning. Ook mogen gemeenten naast huurwoningen nu ook koopwoningen tot de NHG-grens (€ 355.000 in 2022) gaan toewijzen op deze grond. Door de krapte in de woningensector kunnen starters vaak in de eigen gemeente geen betaalbare woning vinden, omdat de prijzen de pan uit rijzen doordat er fors wordt overboden. Ook senioren kunnen geen geschikt appartement vinden als ze willen doorstromen.
Het uitgangspunt van de Huisvestingswet blijft de vrijheid van vestiging. Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, heeft het recht om zich vrijelijk te verplaatsen en te vestigen. Dit fundamentele recht kan alleen worden beperkt als dat noodzakelijk is voor het algemeen belang. Dat belang is gelegen in het tegengaan van de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte. Daarom regelt de wet onder welke voorwaarden de gemeente binnen de huisvestingsverordening regels kan stellen voor woonruimteverdeling.
Als de nieuwe wet straks wordt aangenomen kan de woonruimteverdeling dus ook voor het verlenen van voorrang op basis van lokale binding of cruciale beroepen plaatsvinden. Naar verwachting treedt de nieuwe Huisvestingswet in 2023 in werking, afhankelijk van de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer.