De onwil van het kabinet om de verkiezingen uit te stellen, steekt schril af bij het gemak waarmee het met noodmaatregelen als een avondklok en lockdown de maatschappij beperkingen oplegt en blijft opleggen. Waarom deze beperkingen niet ook voor het kabinet zelf moeten gelden bij het organiseren van verkiezingen is onduidelijk.
De wijze waarop in tijden van crises de democratische waarden en persoonlijke vrijheden worden bewaakt, is een maatstaf voor de stand van de rechtsstaat. Het kabinet lijkt hier met twee maten te meten. Waarom in het geval van verkiezingen wel een proportionaliteitstoets, en bij de overige minstens even ingrijpende inbreuken niet?
Als het kabinet vasthoudt aan het laten doorgaan van verkiezingen, en de gesignaleerde risico’s (besmettingen) doen zich daadwerkelijk voor, dan zal het ook aan de lat moeten staan voor de gevolgen daarvan. Het kabinet is daarvoor dan aansprakelijk omdat het (ook) als positieve verplichting heeft de volksgezondheid te waarborgen.
Het organiseren van verkiezingen – met mogelijk besmettingsrisico – kan zo worden gekwalificeerd als onrechtmatige daad van de staat. Bij elke besmetting bij dit superspreading event zal het bovendien niet moeilijk zijn het causale verband aan te tonen.
Gelet op het evidente belang van de bescherming van de volksgezondheid, zoals dat door het kabinet als argument wordt gebruikt om specifieke grondrechten vergaand te beperken, valt op dat het kabinet bij de uitoefening van een aantal grondrechten doelbewust een andere keuze maakt (kiesrecht, vrijheid van godsdienst en demonstratievrijheid). Dit terwijl onbeperkte uitoefening van deze grondrechten eveneens kan raken aan de volksgezondheid en een inmenging in deze rechten onder omstandigheden uitdrukkelijk (juridisch) mogelijk is of zelfs geboden is.
Deze keuze en het verschil in benadering met andere grondrechten is opmerkelijk. Een uitstel van de verkiezingen vanwege de gesignaleerde risico’s is juridisch gezien mogelijk en wellicht geboden. Dit uitstel doet geen afbreuk aan de vrijheid van het kiesrecht omdat die blijft bestaan. De inmenging stelt alleen redelijke grenzen aan de wijze waarop dit grondrecht wordt uitgeoefend. Het onverkort door laten gaan van de verkiezingen verdraagt zich kortweg niet met de volledige beperking van grondrechten door avondklok en lockdown.
Door Frank van Ardenne: de auteur is advocaat bij Van Ardenne & Crince le Roy Advocaten. Dit artikel verscheen in NRC Handelsblad van 8 maart 2021.
Onafhankelijk Papendrecht is een plaatselijke politieke groepering. Wij onderhouden contact met tal van politieke organisaties. Via deze link leest u over partijen die met de Tweede Kamer verkiezingen op 17 maart 2021 meedoen en die een vernieuwende, originele en unieke bijdrage leveren aan het noodzakelijke politiek-inhoudelijke debat.