Voorzitter, het is december, een maand waarin we ons NORMAAL gesproken opmaken voor de feestdagen. Een periode waarin gezelligheid met familie en vrienden voorop staat. Een periode waarin we terugblikken op het huidige jaar en vooruitblikken op het nieuwe jaar.
Maar wat een jaar is 2020 geworden, een jaar waarin we opeens – vrijwel allemaal thuis moesten werken, onze kinderen thuis onderwijs moesten geven, en het op straat en de snelwegen even – een “autoloze zondag” leek.
Voorzitter zoals gezegd is het nu december, en per 1 december is de Tijdelijke Wet maatregelen Covid-19 in werking getreden. Een wet die de geschiedenis ingaat als controversieel, omdat deze wet volgens sommige staatsgeleerden niet in overeenstemming is met de Grondwet.
Voorzitter, NORMAAL gesproken, bespreken wij op lokaal niveau, niet echt wetgeving vanuit de landelijke overheid. Maar nu voorzitter, nu staan we hier wel bij stil, dit vanwege de grote impact op onze lokale samenleving, en de handhaving van deze wet door de burgemeester.
In het raadsvoorstel valt o.a. te lezen dat: Het doel van de Twm is mede om de lokale democratische legitimiteit te versterken. Voorzitter, de lokale democratische legitimatie is wat ons betreft lastig, aangezien de landelijke volksvertegenwoordiging deze wet heeft goedgekeurd. Ook bestaat er geen ruimte voor lokaal maatwerk.
Wat wij ook lastig vinden is dat deze wet niet verbindt, maar juist verdeelt, zo ook de mondkapjesplicht. En daarom voorzitter, dienen wij een motie in. Een motie waarin wij het college oproepen om in het gehele gemeentehuis een mondkapjesplicht in te voeren. Want op dit moment is het niet verplicht op de 2e en 3e verdieping. De verdiepingen waar de burgemeester, wethouders en ambtenaren kunnen werken. En een verdeeldheid zelfs binnen het gemeentehuis moeten wij niet willen.
De motie luidt “GELIJKE MONNIKEN GELIJKE (MOND)KAPPEN en vanwege de belangrijkheid zal ik de gehele motie voorlezen.
Coronawet vervangt noodverordeningen
Vanaf maart 2020 namen de veiligheidsregio’s de maatregelen voor de bestrijding van het coronavirus op in zogenaamde noodverordeningen. Noodverordeningen zijn voor (crisis)situaties van beperkte tijd. Maar de coronacrisis duurt langer. Daarom heeft het kabinet de noodverordeningen vervangen door de tijdelijke coronawet (Tijdelijke wet maatregelen COVID-19) en daarbij horende ministeriële regelingen.
Stand van zaken Tijdelijke wet maatregelen COVID-19
De Tijdelijke wet maatregelen covid-19 is ingegaan op 1 december 2020 en heeft een looptijd van 3 maanden. Indien nodig kan de coronawet steeds 3 maanden worden verlengd. Ook is het mogelijk de wet tussentijds in te trekken, zodra deze niet meer nodig is. De Tweede Kamer is betrokken bij deze besluiten.
Meer controle via parlement en meer bevoegdheden burgemeesters
Het kabinet weet van tevoren niet hoe lang coronamaatregelen nodig zijn. Daarom kiest het kabinet voor een nationale wet in plaats van noodverordeningen. De Tweede en Eerste Kamer controleren of de wet goed werkt. Als dat niet zo is, moeten de ministers uitleggen waarom de wet niet goed werkt. Het is ook de bedoeling dat burgemeesters meer bevoegdheden krijgen. Zij moeten in de gemeenteraad uitleggen welke keuzes zij maken.
Regelingen als aanvulling op de wet
De wet werkt met ministeriële regelingen. Dat zijn aanvullingen over bepaalde onderwerpen, zoals mondkapjes. Voordat de regelingen ingaan, mogen verschillende organisaties zeggen wat ze ervan vinden. Bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie, politie en (koepel)organisaties voor onderwijs, sport en zorg. Daarna neemt het kabinet een besluit over de regelingen. Vervolgens krijgen de Tweede en Eerste Kamer een week de tijd om erover te debatteren. De Tweede Kamer kan er ook over stemmen.