Het is helaas nodig dat de gemeente ombuigingen gaat realiseren. De geprognosticeerde financiële tekorten lopen op tot in de miljoenen euro’s en als we niks doen verliest de gemeente uiteindelijk haar onafhankelijkheid. De achterliggende redenen, dus waarom er omgebogen moet gaan worden, zijn enerzijds de tekorten op de uitvoering van de decentralisaties in het sociale domein en het jeugdbeleid, waarbij thans wordt ingeschat dat alle gemeenten bij elkaar genomen jaarlijks een miljard euro tekort komen om al hun taken goed te kunnen uitvoeren. De regering in Den Haag houdt de hand echter op de knip, en feitelijk is de noodzaak tot ombuigen nu een gevolg van de door het rijk opgelegde efficiencykorting. Anderzijds heeft de gemeente sinds maart van dit jaar ook met met de Coronavirus-crisis te maken gekregen, waardoor de gemeentelijke inkomsten verder onder druk kwamen te staan. In antwoord op vragen van onze fractie bleek dat de gemeente als speciale corona steunmaatregel 901.000 euro had ontvangen: tot zover het goede nieuws. Deze steun maakt deel uit van een landelijk steunpakket corona maatregelen aan gemeenten. De uitdaging is nu wel om het voorzieningen niveau binnen de gemeente zo goed mogelijk op peil te houden. Daar komt nog bij dat de gemeente van plan is investeringen te doen: denk aan de scholenbouw voor het voortgezet onderwijs. Ook dát zal een extra inspanning in financiële zin vergen. De algemene reserve werd versterkt met de opbrengst van de verkoop van de Eneco-aandelen. De gemeente heeft dus wel wat buffers. Maar desondanks lijken ombuigingen onafwendbaar.
Het traject dat we met elkaar zullen ingaan, met de voorgestelde keuzes in de ombuigingscatalogus waarbij per indelingscategorie een motivatie bij de mogelijkheden is opgenomen, kunnen wij in grote lijnen navolgen. Het is zaak dat we per indelingscategorie en per businesscase nauwgezet bekijken wat wel en wat niet realistisch is. Dat zal wat onze fractie betreft niet alleen gelden ten aanzien van de financiële impact van de voorgestelde ombuigingsmaatregelen; maar ook ten aanzien van de eventuele wenselijkheid óf onwenselijkheid van de voorgestelde ombuigingsmaatregelen gelet op de te verwachten maatschappelijke effecten en/of commotie. Als we kijken naar het proces en het plan van de participatie dan valt op dat daarin staat dat de gemeente slecht op participatie scoort. Niet voor niets heeft onze fractie als aandachtspunt telkens naar voren gebracht dat de dialoog met de inwoners, instellingen en bedrijven verbeterd moet worden. Het is evenwel pijnlijk te lezen dat de kwaliteit van de participatie verbeterd had moeten worden, terwijl dat in de praktijk dus niet is gebeurd. De boodschap nu is dat er ombuigingen gerealiseerd moeten worden. Was er in de afgelopen jaren grondiger geïnvesteerd in de participatie van de inwoners, dan was de kans dat participatie bij hen louter met ombuigingen zou worden geassocieerd veel kleiner geweest. De wrange conclusie is dan ook dat nu we moeten bezuinigen, de gemeente de inwoners wél weet te vinden. De ombuigingsvoorstellen zouden getoetst kunnen worden aan een vijftal concomiterende voorwaarden, die de werkingskracht van de gemeente kan versterken.
1. de vitaliteit stimulerend,
2. de creativiteit bevorderend,
3. de innovatie ondersteunend,
4. de sociale samenhang vernieuwend, en
5. de zelfstandigheid bevorderend.
Deze concomiterende voorwaarden zouden het richtsnoer dienen te vormen bij een evenwichtige, integrale weging en waardering van de voorliggende keuzemogelijkheden in het kader van de gemeentelijke ombuigingsopgave. Het resumé van de ombuigingsvoorstellen kan hierbij als uitgangspunt voor het politieke debat worden genomen.