De kar komt knarsend tot stilstand
Decentralisaties sociale domein pakken voor gemeenten rampzalig uit. Reeds in september 2018 kwam in de Drechtraad (een regionaal bestuur van zeven gemeenten rondom centrumgemeente Dordrecht) aan de orde dat er grote tekorten zijn te verwachten op het sociale domein.
Met ingang van 1 januari 2015 zijn de drie grote Rijksdecentralisaties in gang gezet. Het gaat daarbij om decentralisaties van de thuiszorg en begeleiding van ouderen en gehandicapten, participatie en de jeugdzorg.
Al ruim een tiental jaar hevelt het Rijk allerlei taken naar de gemeenten over onder het motto van bezuinigingen, waarbij – ten onrechte – gesteld wordt dat uitvoering door de gemeente efficiënter zou zijn. Dat begon met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2004, toen de gemeenten met de bijstand werden opgezadeld. Per 1 januari 2015 zijn daar drie majeure decentralisaties bij gekomen en heeft de gemeente nieuwe taken gekregen op het gebied van Jeugdzorg, langdurige zorg en hulp bij het vinden van werk.
Deze decentralisaties zijn doorgedrukt om bij het Rijk bezuinigingen door te voeren. De taken zijn naar de gemeenten overgeheveld – of liever gezegd: over de schutting gegooid. Op het totale budget dat de gemeenten hiervoor krijgen, is fors gekort onder het motto dat de gemeenten ‘dichter bij de burger’ zouden staan en de taken dus efficiënter zouden kunnen uitvoeren. Deze decentralisaties zijn conceptueel echter niet goed doordacht. Er zijn drie basisproblemen: zij zijn economisch inefficiënt, zij leiden tot ongelijkheid tussen gemeenten en zij gaan ten koste van de rechtszekerheid en de democratische controle. Lees er meer over via deze link.
Uit de woordvoering bij de Drechtraad van 2 juli 2019:
De benoeming van de leden van het Drechtsteden bestuur (DSB) is een punt waar de samenwerkende lokale en onafhankelijke partijen moeite mee hebben. Een evenwichtige en diverse samenstelling als afspiegeling van de vertegenwoordiging van de partijen weegt voor ons zwaar. We begrijpen dat Colleges de voordracht plegen te doen aan de Drechtraad. Voor de SLP – ruimschoots de grootste vertegenwoordiging in de Drechtraad – geldt dat haar vertegenwoordiging in het Drechtsteden bestuur vermindert. Niet alleen dát maar ook het aantal vrouwen in het bestuur is punt van zorg.
Vanuit Zwijndrecht is de voordracht onder voorbehoud, terwijl er tijd genoeg was dit anders te regelen. De SLP vindt dat het DSB een evenwichtiger generieke en politieke samenstelling verdient. De adviseurs geldzaken hebben laten zien dat de aanpak van schulden problematisch werkt. De uitbreiding vinden wij gezien de kosten teveel van het goede. Voor de SLP geldt dat de aanpak vooral een aanpak moet zijn vanuit lokale instrumenten. Ook binnen de taakstelling moeten deze gelden gevonden kunnen worden. In de eerste Burap zien wij de aandacht voor de groeiagenda. Wat naar onze mening ontbreekt is het kompas met de aanpak van de groeiagenda naar meervoudig lokaal.
Bij de primaire begroting hebben wij tijdens de vorige Drechtraad al opmerkingen geplaatst en een amendering aangekondigd. We zijn met de amendering een stapje verder gegaan door een taakstelling op te leggen. De taakstelling is niet alleen bedacht vanuit financieel oogpunt, maar is ook nodig vanuit een visie op sociaal beleid. De taakstelling is weliswaar hard, maar wij begrijpen ook dat het invullen van de bedragen niet direct haalbaar is. De druk die op gemeentebegrotingen gelegd wordt moet daar opgenomen worden in de begrotingen. Wij wensen een visie die past bij de opgave van de taakstelling zoals wij die voorstellen. Het amendement dat werd ingediend is tevens leesbaar op deze webpagina.