Drechtraad 17 april 2018, Agendapunt 10 Voorstel uitstel benoemen formateur
Voorstel: De Drechtraad besluit de benoeming van de formateur van het Drechtstedenbestuur en de start van het formatieproces uit te stellen tot de eigenaren zich hebben uitgesproken over de gewenste ontwikkeling van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden.
Op grond van discussie in de commissie ABZ van 9 april jl. hebben de fracties van de gemeenteraad van Papendrecht geoordeeld dat het niet verstandig is om met het voorstel voor uitstel van benoeming van een formateur akkoord te gaan.
Een korte toelichting
Gelet op het memo van E. Jaquet en J. Heijmans d.d. 12 april 2018, benoemt de (nieuwe) Drechtraad op grond van artikel 17, tweede lid van de regeling GRD, in zijn eerste vergadering de formateur. De Handreiking voor de formateur (op 1 maart 2016 door de Drechtraad vastgesteld) stelt dat de Drechtraad de voorzitter van de Drechtraad als formateur voor de formatie van het Drechtstedenbestuur benoemt, tenzij er omstandigheden zijn die afwijking hiervan noodzakelijk maken. Het is dus de vraag of er omstandigheden zijn die afwijking hiervan noodzakelijk maken.
Welke zijn de omstandigheden?
In Papendrecht vindt een discussie plaats naar aanleiding van een BMC rapport; in Dordrecht vindt een discussie plaats naar aanleiding van een Berenschot rapport. Beide rapporten gaan in op de (toekomstige) samenwerking binnen de Drechtsteden. Wellicht vinden in andere gemeenten ook discussies plaats, maar daarvan is ons niets bekend.
Conclusie
Wij vinden het kennelijke feit dat er discussies plaatsvinden in bovengenoemde twee gemeenten geen omstandigheden die afwijking van de regel – dat de (nieuwe) Drechtraad een formateur benoemt – noodzakelijk maken. Wij gaan dan ook niet akkoord met het voorliggende voorstel om de benoeming van de formateur uit te stellen. De benoeming van de formateur van het Drechtstedenbestuur kan gewoon plaatsvinden en uitstel van het formatieproces is niet nodig.