Aan de fractievoorzitters in de gemeenteraad van Papendrecht
Versterk nu de lokale griffie
OP kiest voor versterking van de lokale griffie(s) teneinde de samenwerking binnen de regio Drechtsteden verder te optimaliseren. Optuigen van een regiogriffie is niet alleen onnodig, het is ook een onwenselijke ontwikkeling. Onderzoek geeft aan dat fusies van gemeenten niet lonend zijn. Daarom stelt OP dat we die kant niet op moeten gaan binnen de GR-D. De visie van OP wordt hierna in een aantal punten op een rijtje gezet.
Inleiding
In de notitie van kwartiermaker de heer Marcel van Dam is te lezen in de notitie ‘De ondersteuning die u wenst’ op pagina 9 dat er een advies over het werkgeverschap namens de Drechtraad is uitgebracht. (Deze invulling van het werkgeverschap van de Drechtraad is gebaseerd op een advies van prof. mr. dr. D.J. Elzinga, hoogleraar Staatsrecht, Rijksuniversiteit Groningen) . Het is van belang dat we dat advies opvragen, zodat we het zelf kunnen nalezen. OP vindt het belangrijk dat ook de onderliggende stukken met de commissie worden gedeeld, alvorens een opiniërende discussie plaats kan vinden. OP hecht aan een complete en volledige iniformatievoorziening.
Het voorliggende voorstel van de heer Marcel van Dam gaat in zijn uiterste consequenties, al staat het er nu nog niet allemaal in wat er daarna gaat gebeuren, verder dan menigeen vermoedt, het is de welbekende salami-tactiek. Vooral de constructie die wordt beschreven gaat in de praktijk niet werken. Op pagina 9 van deze notitie lezen we namelijk het volgende: "Concreet betekent dit dat deze commissie aanspreekpunt is voor de Ondersteuner en voor de Drechtraad, functionerings-gesprekken met de Ondersteuner voert, etc. Voor functioneringsgesprekken is de algemeen directeur een informant, zoals omgekeerd de Ondersteuner ook informant is voor de functionerings-gesprekken van het Drechtstedenbestuur (hierna: DSB) met de secretaris. De werkgeverscommissie doet verder het voorbereidend werk voor de aanbevelingen van de Drechtraad aan het DSB over te nemen formele arbeids-rechtelijke besluiten ten aanzien van de Ondersteuner."
Als de werkgeverscommissie aanbevelingen mag doen aan het bestuur, dan zijn de Ondersteuner en zijn regiogriffie niet onafhankelijk.
Wat in de notitie staat geschreven onder het kopje Positionering van de Ondersteuner geeft aan dat er een splitsing komt tussen enerzijds een hiërarchische verhouding van de Ondersteuner van de Drechtraad ten opzichte van de algemeen directeur, terwijl er een inhoudelijke verhouding bestaat met de Drechtraad. In de praktijk zal dit spanningen geven. Beter is het om in dat geval te kiezen voor een Ondersteuner die geen hiërarchische verhouding ten opzichte van de algemeen directeur heeft. Anders is de onafhankelijkheid niet geborgd.
Wat tevens op gespannen voet staat met de uitgangspunten van lokaal bestuur en verlengd lokaal bestuur is dat de Ondersteuner in de voorstellen van de heer van Dam doorzettingsmacht krijgt. De rol van de griffiers van de zes gemeenteraden wordt in zijn plan hiërarchisch ondergeschoven ten opzichte van de rol van de toekomstige Ondersteuner. Dit is volgens ons weer een vorm van bevoegdhedenoverdracht naar een regionaal te vormen gremium, waarbij de rol van de Ondersteuner wordt versterkt hetgeen een onwenselijke ontwikkeling is.
Door de lokale griffie te versterken borg je het beste de betrokkenheid van de hele gemeenteraad bij de regionale ontwikkelingen.
Overwegingen
1. De huidige Drechtraad (GR) is gedualiseerd, maar in essentie nog steeds een monistische Wgr. Verdere optuigplannen zijn een voorbode voor een gemeentelijke fusie (op termijn). Ook al wordt dat in alle toonaarden ontkend. Dát traject moeten we niet ingaan; zie een recent artikel in NRC Handelsblad (voorpagina 27 juni 2014) dat gaat over de ingeplande bezuiniging van 1 miljard op de fusie van gemeenten die onhaalbaar blijkt te zijn (actueel wetenschappelijk onderzoek Universiteit van Groningen). Saillant.
2. Het Rijk (lees: de minister van BiZa) rekent zich rijk. De minister (Plasterk) interesseert zich hoegenaamd niet voor het lokale beleid, hij wil alleen zijn bezuinigingen inboeken. Dat heeft bij hem prioriteit. ‘Het financiële kader staat recht overeind’, antwoordde hij in reactie op het onderzoek van de RUG. De vijf Landsdelen kwamen er niet, de superprovincie kwam er niet, de Eerste Kamer floot vermindering van het aantal raadsleden terug. Maar de minister doet net alsof er niks aan de hand is! Saillant.
3. Het is niet nodig de gemeenten die samen de GR-D vormen op te heffen. Juist nu is het openbaar bestuur dichtbij de burger zo van node en belangrijk. Een van de grondregels van democratisch bestuur wordt in ‘Beginselen van het Nederlands staatsrecht’ als volgt omschreven: “Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder dat op die uitoefening controle bestaat.”
4. Aangetoond is dat de effectieve controle via de Drechtraad op het regiobestuur ernstig tekort schiet. Voorbeeld? ICT! Daarom ontbeert de besluitvorming in de gemeenschappelijke Drechtsteden de randvoorwaardelijke democratische legitimiteit en staat zij haaks op de grondbeginselen van het Nederlandse staatsrecht. Saillant.
5. De griffies in de 6 gemeenten kunnen het beste worden versterkt. Een van de griffiers kan bijvoorbeeld voor een jaar ook coördinerend griffier (erbij) zijn en daar dan indien nodig nog wat extra bezetting voor krijgen. Het zwaartepunt moet in de gemeenten blijven liggen.
6. Alle stappen die gezet worden in de richting van een versterking van regio boven lokaal (in termen van bevoegdheden-overdracht) ondermijnen op termijn de lokale bestuurskracht van de gemeenteraden. Natuurlijk gaat dit via een subtiele salamitactiek, maar desalniettemin is dit een beweging die we moeten keren.
7. Een sterk of zoveel mogelijk inhoudelijk rMJP is natuurlijk een goede zaak. Maar het ondemocratische DSB sterker maken door meer bevoegdheden over te dragen buiten het kerndomein waarop gemeenschappelijk samen wordt gewerkt is, en dit staat los van de huidige economische tegenwind, geen goede zaak.
8. Het wordt niet beter als de regio meer macht en bevoegdheden krijgt. Dat denken is passé, een achterhoede discussie. De gemeenteraden zelf dienen sterker te worden.
9. Regionale samenwerking is een goede zaak, vermits de resultaten van die samenwerking concreet, realistisch en tastbaar zijn. Een meerwaarde opleveren, maar dat moet dan wel blijken. Maak het zichtbaar wát die samenwerking de inwoners oplevert.
10. De feitelijke invloed van een individueel raadslid op de Gr-D is minimaal, zelfs van fracties is die minimaal tot klein. Grote fracties hebben iets meer dan een kleine greep op de Gr-D, en bij gebrek aan een onderzoeksbureau heeft de Drechtraad eigenlijk alleen de rol in te stemmen met voorbereid beleid, kleine aanpassingen te doen, correcties mee te geven, maar als het bestuur het niet doet of niet wil gebeurt het niet. De ‘macht’ van de Drechtraad is veel onbeduidender dan voorgesteld wordt, terwijl de meeste Drechtraadleden zichzelf best belangrijk achten, het bestuur kan niet worden weggestuurd omdat het is benoemd, de colleges houden op deze GR als vanouds greep op het beleid en de richting van de regionale samenwerking, de plannen die voorliggen vesterken paradoxaal de onmacht van de Drechtraad.
11. De enig juiste optie is om terug te gaan in het aantal Drechtraadvergaderingen per jaar, naar -als 4 niet haalbaar is- bijvoorbeeld 5 of maximaal 6. Tegengaan van de bestuurlijke drukte is erg nodig. Het zou wat ons betreft allemaal wat meer op hoofdlijnen mogen, en ook door een betere en meer adequate informatievoorziening. De huidige informatievoorziening ervaren wij toch vaak nog als vrij chaotisch.
12. De Drechtraad zou in de volwassenwordingsfase zitten. OP denkt dat het op dit moment een opgevoerde eend is, die iets harder kan rijden, maar het is nog steeds een eend.
13. Eigenlijk moet je dit soort tussenoplossingen in het openbaar bestuur zo veel mogelijk vermijden. Heldere verantwoordingsstructuren zijn nodig. Waarom? Je wilt resultaten boeken en daarover verantwoording afleggen. Duidelijke taal spreken. Gekozen volksvertegenwoordiger legt verantwoording af aan kiezers, en controleert het bestuur. Bestuur dat ver weg gestopt zit, ook al is er sprake van een gedualiseerde omgeving, laat zich minder makkelijk controleren en voor de inwoners is het niet meer navolgbaar wat er speelt.
14. De verkiezingsuitslagen van maart 2014 waren helder. Een significante toename van het aantal stemmen op lokale partijen. Dat geeft aan dat de inwoners van de Drechtsteden meer lokale beleidsontwikkeling willen zien en minder regionaal, nationaal en/of internationaal. Het waren dan ook lokale verkiezingen.
15. Alle bestuurlijke figuren (c.q. constructies) die besluitvorming wazig(er) maken zijn verkeerd en hebben een contraproductieve uitwerking op de betrokkenheid van de inwoners bij het lokale bestuur van hun gemeente. Verder optuigen van regionale structuren staat haaks op de lokale belangen van onze inwoners, en die inwoners hebben in grotere mate dan voorheen aangegeven dat zij minder regionaal willen en meer lokaal. Dat is het signaal dat van de gemeenteraads-verkiezingen uit is gegaan.
16. Een ander argument voor versterking van regionale samenwerking is het bouwen aan lokaal draagvlak. Als dat draagvlak is ontstaan dan kun je over verdere regionalisering spreken, maar de opgaven voor de komende jaren, de decentralisaties van beleid van het Rijk naar de gemeenten, zijn een mooie testcase als het gaat om de vraag hoe je het lokale draagvlak voor deze beleidsveranderingen kunt blijven accommoderen, zonder dat de inwoners het gevoel krijgen dat er over hun hoofden heen over hun belangen wordt besloten op regionaal niveau. En zeker als zij merken dat individuele raadsleden en fracties in de gemeenteraad zeggen dat zij ‘er niet meer over gaan’ omdat grote delen van dit nieuwe Rijksbeleid direct via de GR-D zijn doorgesluisd naar het regionale niveau, hetzij via mandatering hetzij via delegatie.
17. Ëén Drechtstad komt er niet, neem dan ook geen maatregelen de komende jaren die juist de komst van een fusiegemeente. ook al is het subtiel, faciliteren. De inwoners hebben er niet om gevraagd. Drukken ze (de coalitie Rijk, DSB, ambtenaren, lobby) het toch door dan organiseren we een referendum.
18. Hou de hand aan de uitgangspunten van de Wgr. Rek die wettelijke regeling niet verder op. De dualisering van deze GR-D is de facto een schijn-dualisering, omdat het bestuur wordt benoemd en een motie van wantrouwen van de Drechtraad gemakkeijk kan negeren uit hoofde van andere prioritaire belangen. Er zal altijd een ‘maar’ zijn, dat geldt ook de meer traditionele GR’en. Vaak komt het AB er niet aan te pas, de facto is dat binnen onze Drechtraad ook zo.
19. OP ziet niet in waarom een iets sterkere regiogriffie ineens ervoor gaat zorgen dat de belangen van de gemeenteraadsleden in de lokale raden beter zullen worden bediend. Dat kan nog steeds het beste gebeuren via versterking van de lokale griffies.
20. Het concept “regiofractie”, dat vaak wordt gebezigd, als aanduiding van de ‘partijpolitieke-familie’ is ook een term die de facto haaks staat op de uitgangspunten van de Wgr, het geeft ook de eerder bedoelde schijn-dualisering aan, want deze zgn. ‘regiofracties’ zijn intern verdeeld langs de lijnen van de aangesloten gemeenten, er ontstaat zo als vanzelf een spanning tussen het gemeentelijke en het partijpolitieke. In de schijn-dualistische Drechtraad zie je vaak dat de partijpolitieke belangenafweging het van de gemeentelijke belangenafweging wint. Terwijl de GR-D nog steeds een inter-gemeentelijke samenwerkingsregeling is. De gemeente(n) wordt op die manier tekort gedaan.
21. Lex dura, sed lex. De wet is hard, maar het is de wet.
Kijk, áls er een Drechtstad komt dan is het vanzelfsprekend dat er een sterk Drechtstad-parlement komt, noem het een Drechtraad. Maar zover zal het niet komen, de wetgeving is niet zo ver, fusies zijn (wetenschappelijk onderzoek bewijst dat) niet efficiënt ten opzichte van de bestuurskracht, die verondersteld zou toenemen (quod non) en de bezuinigingen die er niet door worden gehaald, het groter grootst denken binnen de wereld van het openbaar bestuur wordt door de tijdgeest bovendien ingehaald.
22. De norm wordt steeds meer klein, flexibel, slim, samenwerken mét meerwaarde, daar zit de (efficiëncy-) winst. Dat is voor een deel binnen de Drechtsteden al gelukt. Daar kunnen en mogen we trots op zijn. Tel uw zegeningen.
Weg met de Tablet Junk
23. ‘Externe gerichtheid’ tenslotte wordt het beste gediend door korte bondige stukken op hoofdlijnen, veel meer discussie en ruimte daarvoor, zowel in de carrousels als in de Drechtraad zelf, een externe georiënteerdheid van raadsleden op hun omgeving. Maar in de huidige constellatie zien we steeds meer raadsleden die verworden zijn tot TABLET JUNKS die alleen nog maar op hun computer kunnen kijken. Of de zon buiten schijnt? weten zij veel.
Die kant moet het niet op.
24. De meeste griffiers binnen de Drechtsteden, op die van Papendrecht na, zijn in politieke zin veel te ver meegegaan met het bestuur van de GR-D, ze hebben zich bijna allemaal volledig laten inpakken, hebben hun onafhankelijkheid laten varen, sommigen laten zich soms zelfs voor het bestuurlijke karretje spannen, denk om eens wat te noemen ook aan discussies over één regionale rekenkamer, dat soort verkeerde ontwikkelingen, niet alles wat groter wordt wordt ook beter. Onafhankelijkheid. Precies dat is wat nodig is. Onafhankelijk denken, in het belang van de inwoners, die wij als raadsleden mogen vertegenwoordigen. De griffier is er niet om de belangen van het (regio-) bestuur te dienen, primair is de griffier de secretaris van de gemeenteraad en dient hij over de belangen van de Raad als geheel te waken. De Raad kan zijn werk alleen goed doen als het bestuur de bereidheid heeft zich te laten controleren in een open en transparante dialoog tussen bestuursorganen; vermenging van functies en rolnemingen over en weer zijn schadelijk voor het democratische proces.
De recente ICT fraude bij GRD-dochter SCD die door het DSB geheim werd gehouden! ‘Fraai’ voorbeeld van hoe het natuurlijk niet moet.
25. Geef ons als lokale vertegenwoordigers van het volk de instrumenten in handen zodat wij ons werk op een goede wijze kunnen doen. Dan kom je uit op lokaal bestuur in een omgeving van een florerende lokale democratie. Die elementen zou je de komende jaren onderscheidenlijk moeten versterken. En dan komt het met de rest ook goed.
De oplossing voor een betere regionale samenwerking met meerwaarde
Hoe ziet de formatie regiogriffie type A (versie OP), dus in de genormaliseerde vorm, er dan uit?
De Ondersteuner met doorzettingsmacht op regioniveau komt er niet, de lokale griffies worden versterkt, elk met 0,2 fte, zodat er vanuit de lokale griffies per griffie in totaal 0,3 fte beschikbaar is voor het regionale samenwerken, een impuls derhalve aan de lokale ondersteuning ten behoeve van de regionale samenwerking in de GR-Drechtsteden.
Tabel 1 Formatie regiogriffie type A (versie Onafhankelijk Papendrecht)
Functie Formatieomvang
Ondersteuning: procescoördinatie en procesondersteuning (in samenspel met Bureau Drechtsteden) 1.2 fte
Ondersteuning voor Drechtstedendinsdag (door de zes raadsgriffiers) 1.8 fte
Totaal 3.0 fte
NB. Deze formatie kan uit bestaande financiële middelen worden gedekt.